In het pc-tijdperk was Apple de onderliggende partij, omdat de grote rivaal
Microsoft een veel beter geïntegreerd ecosysteem had met besturingsprogramma
Windows en de processoren van Intel.
De doorbraak voor Apple kwam toen het bedrijf van wijlen Steve Jobs het
probleem van illegale downloads oploste, stelt de Amerikaanse
bedrijfseconoom Dan Levinthal van de Universiteit van Pennsylvania. Apple
heeft downloaden simpel en goedkoop gemaakt, voor mensen dingen liever
legaal doen maar niet te veel willen betalen.
Dit begon met de muziekservice van de iPod. De iPhone was vervolgens de enige
smartphone die al ervaring had met een legale, downloadservice.
Daarna ontstond de wereld van de apps. Daarbij liet Apple apps van derden toe,
maar het bedrijf controleert deze en het klantcontact en de financiële
afrekening gaan exclusief via Apple.
Apps: Apple en Google
De grote concurrent is Google’s systeem Android. Google biedt een ecosysteem
dat onafhankelijk is van een specifiek apparaat zoals de iPhone.
Volgens Levinthal ontstaat nu een situatie waarbij het voor andere partijen
steeds moeilijker wordt om Apple en Google bij te benen. De twee grote
spelers trekken de meeste mensen naar hun platform en verkopen de meeste
apps, en zijn daardoor voor makers van nieuwe apps het interessantst.
Zie het video-interview met Dan Levinthal, Professor of Corporate Strategy
University of Pennsylvania van Me
Judice, het discussieplatform voor economen.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl